Belastingplan 2026 schenk- en erfbelasting
Het Belastingplan 2026 brengt weinig verrassingen voor de erf- en schenkbelasting.

De maatregelen zijn grotendeels overgenomen uit de Voorjaarsnota 2025, zoals wij eerder meldden in onze nieuwsbrief van 24 april 2025. Fiscale Vooruitzichten: Wijzigingen in de Erf- en Schenkbelasting volgens de Voorjaarsnota 2025 | HLB Blömer Voor de praktijk betekent dit vooral bevestiging van eerder aangekondigd beleid, vooralsnog zonder nieuwe ingrepen. Uiteraard wachten we af of nog amendementen of wijzigingen volgen bij de behandeling van de wetsvoorstellen in het parlement.
Het kabinet wil eerlijkere verdeling van vermogen, vooral bij overlijden of scheiding, en wil constructies die belasting ontwijken voorkomen. Is iemand getrouwd of geregistreerd partner met een huwelijksgoederengemeenschap met ongelijke breukdelen? Dan moet de echtgenoot die na ontbinding hiervan meer dan de helft van de gemeenschap krijgt, voortaan schenk- of erfbelasting betalen over dat meerdere. Dat geldt ook in het geval van een finaal rekenbeding waarbij vermogen wordt verrekend op grond van een ongelijke gerechtigdheid tot dat vermogen. De echtgenoot die dan meer dan de helft krijgt van de te verrekenen som, moet voortaan schenk- of erfbelasting betalen over dat meerdere. De regeling voor biologische kinderen wordt rechtvaardiger door hen dezelfde kindvrijstelling te geven als erkende kinderen.
Positief is de verlenging van de aangiftetermijn voor de erfbelasting van 8 naar 20 maanden; dit is een praktische verbetering voor nabestaanden die meer tijd nodig hebben voor een zorgvuldige afwikkeling van de nalatenschap.
Nu geldt dat een schenking binnen 180 dagen voor overlijden alsnog onder de erfbelasting valt, maar dat zorgt voor dubbele aangifteverplichtingen (schenk- én erfbelasting). Voortaan wordt zo’n schenking helemaal niet meer als schenking gezien, waardoor vooral de praktijk eenvoudiger wordt.
Naast het Belastingplan 2026 zijn al nadere veranderingen aangekondigd in de Wet aanpassing bedrijfsopvolgingsfacilteiten (Wafb), eveneens met als ingangsdatum 1 januari 2026.
1. Versoepeling regels
De voorwaarden om een onderneming belastingvriendelijk over te dragen (bezits- en voortzettingseis) worden soepeler, vooral bij herstructureringen.
2. Duidelijkere definitie preferente aandelen
Er komt een wettelijke definitie van preferente aandelen. Hybride aandelen worden deels als preferent en deels als gewoon aandeel gezien.
3. Aanpak “rollatorinvesteringen”
Het omvormen van privévermogen tot ondernemingsvermogen om op hoge leeftijd belasting te besparen, wordt beperkt.
4. Stoppen bedrijfsopvolgingscarrousel
Constructies waarbij bedrijven steeds heen en weer worden geschonken tussen ouder en kind om vermogen belastingvrij over te dragen, worden onmogelijk gemaakt.
5. Verrekening schulden en vastgoed
Bij overdracht van vastgoed aan de onderneming wordt voortaan rekening gehouden met de bijbehorende schulden.
6. Verwatering bij familiebedrijven
Bij familiebedrijven waar belangen verspreid zijn over veel familieleden blijft toegang tot de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten bestaan, ook als het belang per persoon klein is. De invoeringsdatum moet nog worden vastgesteld.
7. Beperking tot gewone aandelen
Alleen gewone aandelen met een belang van minstens 5% komen nog in aanmerking voor de gunstige regelingen. Kleine belangen of bijzondere rechten (zoals winstbewijzen of ‘tracking stocks’) tellen niet meer mee. Deze aanscherping treedt in werking op hetzelfde moment als dat de hierboven bovengenoemde genoemde verruiming van de verwateringsregel en de toegang voor kleine familiebelangen in de BOR in werking treden.
Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. Annelies Posthumus, Senior Belastingadviseur bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11