Wat is de villatax?
In de media wordt al veel gesproken over de zogenaamde 'villatax' en wellicht heeft u daar al het een en ander over gehoord. In dit artikel willen wij u graag informeren over de villatax en de mogelijke gevolgen daarvan.
In 2023 wordt een percentage van de WOZ-waarde van uw woning opgeteld bij uw belastbaar inkomen. Het belastingtarief is als volgt:
- Over de eerste € 1.200.000 van de WOZ-waarde (peildatum 1 januari 2022) geldt een percentage van 0,35%.
- Voor het deel van de WOZ-waarde boven dit bedrag geldt een percentage van 2,35%.
De Hoge Raad
In de uitspraak van de Hoge Raad van 24 december 2021 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de forfaitaire berekeningswijzen in box 3 in de gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement in strijd is met het eigendomsrecht (artikel 1 EP EVRM) en het discriminatieverbod (artikel 14 EVRM). In dergelijke gevallen moet er rechtsherstel worden geboden. Momenteel heeft de rechtspraak nog geen concrete invulling gegeven aan hoe het werkelijke rendement van vastgoed moet worden gewaardeerd.
Hoewel de uitspraak vooral over box 3 gaat, heeft het indirect invloed op de discussie over mogelijke oneerlijke belastingtarieven op vastgoedbezit, zoals die bij de villatax. De villatax is namelijk gebaseerd op een vergelijkbaar forfaitair systeem, waarbij een bepaald percentage van de WOZ-waarde wordt opgeteld bij uw inkomen, ongeacht de werkelijke inkomsten of kosten van uw woning. Dit kan leiden tot vergelijkbare problemen als die bij de box 3-belasting, zoals verhoogde belastingdruk op woningen die al lange tijd in bezit zijn zonder verkoopintentie. Hierin is de kritiek dat eigenaren van woningen met een WOZ-waarde hoger dan € 1.200.000 onevenredig zwaarder worden belast in vergelijking met eigenaren van kleinere of minder waardevolle woningen.
Wat betekent dit voor u?
De hierboven beschreven situatie kan ertoe leiden dat u mogelijk onterecht zwaarder wordt belast op basis van uw eigendom, wat als een vorm van discriminatie kan worden beschouwd en in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
Het belang lijkt met name aanwezig voor huiseigenaren die door het hogere percentage van 2,35 effectief niet aan een aftrekpost toekomen omdat het huurwaardeforfait (de bijtelling) hoger is dan de aftrekbare rente (de aftrekpost). Voor huiseigenaren met een geringe eigen woningschuld lijkt het belang op het eerste oog minder groot. Deze huiseigenaren kunnen een aftrekpost toepassen indien het eigenwoningforfait hoger is dan de aftrekbare rente (“Wet Hillen”). In 2023 geldt een maximaal aftrekpercentage van 83,33% van het verschil tussen uw eigenwoningforfait en uw hypotheekrenteaftrek.
Wij adviseren voor iedere situatie afzonderlijk de mogelijkheden van het aantekenen van bezwaar in kaart te brengen. Wat met name nog onzeker is, is de vraag hoe de heffing eruit ziet indien niet over het fictieve, maar het werkelijke rendement van uw eigen woning belasting wordt geheven.
Bezwaar?
Indien u van mening bent dat uw situatie in strijd is met het eigendomsrecht, kunnen wij een pro-forma bezwaarschrift voor u indienen bij de Belastingdienst. Een pro-forma bezwaarschrift biedt u de mogelijkheid om bezwaar te maken en tegelijkertijd uitstel te vragen voor de motivering van het bezwaar. Het bezwaarschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dagtekening van de definitieve aanslag.
Wij zullen u op de hoogte houden zodra er meer duidelijkheid is over de concrete invulling van het werkelijke rendement.
Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie? Neem dan gerust contact met ons op
Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. Jan-Marc van Beusekom, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel + 31 (0)30 605 85 11