Delen
Tips voor ondernemers | HLB Nederland
Menu
Actueel

Eindejaarstips voor ondernemers

Gepubliceerd op

Het nieuwe jaar is in zicht. Wat u dit jaar nog kunt of moet regelen als ondernemer? Dat leest u op deze pagina.

Eindejaarstips voor ondernemers

Tip 1: Speel in op lagere tarieven

De tarieven in de inkomstenbelasting gaan in 2020 omlaag. Zo ook het lage tarief in de vennootschapsbelasting. Over de eerste € 200.000 winst betaalt uw bv dan 16,5% Vpb in plaats van 19% in 2019. Het is daarom aan te bevelen kosten van uw onderneming, indien mogelijk, zo veel mogelijk in de tijd naar voren te halen en opbrengsten, indien mogelijk, zo veel mogelijk uit te stellen. Denk bijvoorbeeld aan de kostenegalisatiereserve, de herinvesteringsreserve, voorzieningen en aan vervroegd afschrijven. Zie hiervoor ook de tips voor automobilisten.

Tip 2: Werk volgens een modelovereenkomst

Als u een derde inhuurt voor het verlenen van diensten, kunt u via een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst zekerheid krijgen over het al dan niet bestaan van een dienstbetrekking. U heeft alleen vrijwaring voor het inhouden en afdragen van loonheffingen als ook daadwerkelijk volgens die overeenkomst wordt gewerkt. Doet u dat niet dan kan de  Belastingdienst al of niet besluiten tot het bestaan van een dienstbetrekking, met daarbij risico’s op forse naheffing van loonheffingen.

Volgens de Belastingdienst wordt er tot 2021 in beginsel niet nageheven en beboet als er achteraf sprake blijkt te zijn van een dienstbetrekking en de opdrachtgever geen loonheffing en premies werknemersverzekeringen heeft ingehouden en afgedragen, tenzij sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking én er sprake is van evidente en opzettelijke schijnzelfstandigheid. Vanaf oktober 2019 heeft de Belastingdienst het toezicht op naleving van de wettelijke voorschriften wel verscherpt. Ook worden er aanwijzingen gegeven als er bij controle toch sprake blijkt van een dienstbetrekking. Op grond van deze aanwijzingen dient u de situatie dan in beginsel binnen drie maanden aan te passen. Gebeurt dit niet, dan kunnen naheffingen en boetes volgen.

Het kabinet Rutte III heeft bekendgemaakt de Wet DBA, de wet die in 2016 ingevoerd is ter vervanging van de VAR (verklaring arbeidsrelatie) te gaan vervangen. De wet zorgt voor te veel onzekerheid en onrust onder zzp’ers en hun opdrachtgevers. In plaats daarvan komt er een nieuwe wet, die opdrachtgevers en echte zzp’ers de zekerheid geeft dat geen sprake is van een dienstbetrekking. Beoogd is de wet per 2021 in te voeren.

Tip 3: Optimaliseer uw kleinschaligheidsinvesteringsaftrek

1. Rondom de investeringsaftrek is er een aantal zaken om rekening mee te houden: Het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen (geven opdracht, ondertekening offerte e.d.) in combinatie met de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het percentage aan aftrek is het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen € 2.300 en € 57.300. Het plannen, en voor zover mogelijk het spreiden, van investeringsverplichtingen loont vaak de moeite.

2. Om de investeringsaftrek ook daadwerkelijk in de aangifte inkomstenbelasting 2019 mee te mogen nemen, moet het bedrijfsmiddel in gebruik genomen zijn in 2019 óf er moet voldoende aanbetaald zijn. Anders schuift de aftrek door naar latere jaren. Afhankelijk van de verwachte winsten kan het aantrekkelijk zijn nog in 2019 een aanbetaling te doen. Let daarbij wel op risico’s bij faillissement van de leverancier.

Let op! Betaal in ieder geval 25% van een nog niet in gebruik genomen investering binnen 12 maanden na het aangaan van de verplichting tot aankoop van het bedrijfsmiddel. Doet u dit niet, dan komt de hele investeringsaftrek te vervallen (tenzij sprake is van overmacht).

Heeft u in de afgelopen vijf jaar (dus in de periode tussen 2015 en 2019) gebruikgemaakt van de investeringsaftrek en verkoopt u het bedrijfsmiddel weer of ruilt u deze in? Dan krijgt u mogelijk te maken met de desinvesteringsbijtelling, waardoor u een gedeelte van de aftrek weer moet terugbetalen. Houd hier rekening mee en wacht, voor zover mogelijk, met de desinvestering. Dit is bijvoorbeeld van belang als u een milieuvriendelijke auto, waarvoor u MIA heeft gekregen, verkoopt binnen vijf jaar.

Niet alle bedrijfsmiddelen komen in aanmerking voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan € 450, maar ook bijvoorbeeld goodwill, grond, woonhuizen en personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer zijn uitgesloten.

Tip 4: Vorm een herinvesteringsreserve voor een verkocht bedrijfsmiddel

Heeft u een bedrijfsmiddel verkocht en daarbij een boekwinst behaald, dan kunt u de belastingheffing over de boekwinst uitstellen door deze te reserveren in een herinvesteringsreserve. U moet wel een vervangingsvoornemen hebben en houden. Wanneer u binnen drie jaar nadat u het bedrijfsmiddel heeft verkocht, investeert in een ander bedrijfsmiddel, dan boekt u de herinvesteringsreserve af op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel. 

Investeert u niet tijdig in een ander bedrijfsmiddel, dan valt de herinvesteringsreserve aan het einde van het derde jaar in de winst. Door de verlaging van de tarieven de komende jaren, kunnen een reservering en een latere vrijval toch voordelig zijn. Het is in veel gevallen voordelig om (zo mogelijk) een herinvesteringsreserve te vormen.

Laat de termijn voor in het verleden gevormde herinvesteringsreserves niet verlopen. Een herinvesteringsreserve die u in 2016 gevormd heeft, moet u nog voor 31 december 2019 benutten. Doet u dat niet, dan valt de herinvesteringsreserve vrij en bent u belasting verschuldigd. Investeer daarom op tijd! Voor het vormen en aanwenden van een herinvesteringsreserve gelden enkele voorwaarden. Laat u zich hierover goed informeren en adviseren.

Tip 5: Voorkom verliesverdamping

Beoordeel of uw ondernemingsverlies uit het verleden nog tijdig kan worden verrekend. U kunt namelijk in de vennootschapsbelasting uw verlies alleen verrekenen met de belastbare winst uit het voorafgaande jaar (carry-back) of met de winsten uit de komende zes jaar (carry-forward). Uw ondernemingsverlies in de inkomstenbelasting kunt u verrekenen met positieve inkomsten in box 1 uit de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren. Dreigt uw verlies uit het verleden verloren te gaan vanwege het verlopen van de termijn? Beoordeel dan of er mogelijkheden zijn om uw winst dit jaar te verhogen. U kunt bijvoorbeeld bepaalde uitgaven uitstellen of omzetten eerder realiseren. Een in januari geplande verkoop van een bedrijfsmiddel wordt dan wellicht in december extra aantrekkelijk. Overleg met uw adviseur over de mogelijkheden.

Tip 6: Vraag voorlopige verliesverrekening aan

Heeft u in 2018 winst behaald, maar sluit u 2019 vermoedelijk af met een verlies? Dan kunt u de Belastingdienst na het indienen van de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting 2019 verzoeken om een voorlopige verliesverrekening. De Belastingdienst zal dan alvast 80% van het vermoedelijke verlies verrekenen met de winst van 2018.

Tip 7: Pas de KOR dit jaar nog toe

Indien u op jaarbasis maximaal € 1.883 aan btw (na aftrek van voorbelasting) verschuldigd bent, komt u in aanmerking voor de kleineondernemersregeling (KOR). In dat geval hoeft u een deel van de btw niet te voldoen. Er geldt zelfs een vermindering van 100% indien u op jaarbasis niet meer dan € 1.345 aan btw verschuldigd bent. Ga daarom na of u de KOR kunt toepassen. De KOR kan alleen worden toegepast door natuurlijke personen. Hieronder vallen ook samenwerkingsverbanden van natuurlijke personen, zoals een maatschap of een vennootschap onder firma.

Let op! Het bedrag dat als gevolg van de KOR niet hoeft te worden afgedragen (of wordt terugontvangen), is een extra opbrengst in de winst. De KOR wordt in 2020 gewijzigd van een afdrachtgerelateerde naar een omzetgerelateerde vrijstellingsregeling. Ondernemers met een lagere omzet dan € 20.000 kúnnen hiervoor kiezen. De regeling is niet verplicht. 

In de nieuwe KOR hoeft u geen btw in rekening te brengen en bent u automatisch ontheven van de administratieve verplichtingen die zijn gekoppeld aan de btw. U verliest daarom ook uw recht op btw-aftrek. De nieuwe KOR gaat ook gelden voor rechtspersonen, zoals bv’s, stichtingen en verenigingen. Ondernemers die hebben gekozen voor de nieuwe KOR en die vervolgens in de loop van enig jaar de omzetgrens van € 20.000 overschrijden, worden vanaf dat moment weer btw-plichtig. Ondernemers die vanaf 1 april 2020 de nieuwe KOR willen toepassen, dienen dit in het eerste kwartaal van 2020 te melden bij de inspecteur. Een eenmaal gemaakte keuze voor de KOR geldt in beginsel voor drie jaar. Lees meer over de kleineondernemersregeling.

Tip 8: Houd de herzieningstermijn in de gaten

Heeft u in de afgelopen tien jaar een onroerende zaak met btw aangeschaft, let er dan op dat de in aftrek gebrachte btw in het jaar van ingebruikname en de negen opvolgende jaren in bepaalde gevallen moet worden gecorrigeerd. Dit is het geval als de verhouding van het gebruik van de onroerende zaak voor btw-belaste versus btw-vrijgestelde prestaties is gewijzigd ten opzichte van het gebruik waarvan u uitging op het moment van aanschaf. Dit heeft tot gevolg dat u mogelijk btw moet terugbetalen of terugkrijgt van de Belastingdienst. Deze herzienings-btw geeft u op in de laatste btw-aangifte van het jaar. Wij kunnen u hierover meer vertellen.

Let op! Ook voor roerende zaken waarop dient te worden afgeschreven, geldt een herzieningstermijn. De termijn hiervoor bedraagt echter het jaar van ingebruikname en de vier jaren erna.

Tip 9: Vraag btw op oninbare vordering terug

Bij kwijtschelding of wanbetaling van een factuur door een van uw afnemers, kunt u de al in rekening gebrachte en afgedragen btw terugkrijgen. Het moet dan duidelijk zijn dat uw afnemer niet zal betalen, zoals bij een faillissement. Maar soms is ook al eerder duidelijk dat u niet meer op betaling hoeft te rekenen. Indien een vordering één jaar na opeisbaarheid nog niet is betaald, kunt u de btw in ieder geval terugvragen.

Tip 10: Vergeet aan het eind van het jaar de BUA-berekening niet!

Het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) sluit de aftrek van btw op kosten met een gemengd zakelijk/privé karakter uit (personeelsvoorzieningen, relatiegeschenken, overige giften en kantine) indien de totale kosten per persoon per boekjaar meer dan € 227 exclusief btw bedragen. In dat geval is de voorbelasting op de kosten van deze voorzieningen niet aftrekbaar. Het jaarlijks zorgvuldig toepassen van de BUA regeling levert “credit punten” op. Vaak blijkt de Belastingdienst bij een btw-controle de BUA-regeling als eerste te toetsen om snel een eerste indruk te krijgen of een ondernemer de btw-voorschriften zorgvuldig en correct toepast.

In de praktijk komt een ondernemer vaak door tijdgebrek niet toe aan het maken van een BUA berekening voor de laatste aangifte omzetbelasting van het jaar. De laatste aangifte van het voorgaande jaar moet namelijk eind januari worden ingediend, over het algemeen een erg drukke periode. Richt de administratie zo in dat de voor de BUA-berekening benodigde gegevens snel beschikbaar zijn. In de praktijk blijken BUA correcties door de Belastingdienst (vermeerderd met boete en rente) soms stevig op te lopen, zeker als de Belastingdienst de gegevens van één jaar extrapoleert over een naheffingtermijn van 5 jaar. Het dan alsnog opmaken van BUA berekeningen over oudere jaren is vaak tijdrovend en daardoor eveneens kostbaar. HLB heeft voor de BUA-berekening in de laatste aangifte omzetbelasting van het jaar een rekentool. Ook is op aanvraag een uitvoerig memo over de BUA regeling en de eindejaarscorrecties omzetbelasting beschikbaar. Vraag uw contactpersoon hiernaar!

Kies een specialist bij jou in de buurt:

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33
mr. E. (Bert) Nannen

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met drs. Herwin Hadders, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.

Stuur een e-mail of bel + 31 (0)30 605 85 11
drs. Herwin Hadders

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33
mr. E. (Bert) Nannen

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met mr. M.J.M. (Maurice) van den Dries RB, Belastingadviseur bij HLB Witlox Van den Boomen in Waalwijk.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)162 32 20 00
mr. M.J.M. (Maurice) van den Dries  RB

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met mr. M.J.M. (Maurice) van den Dries RB, Belastingadviseur bij HLB Witlox Van den Boomen in Waalwijk.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)162 32 20 00
mr. M.J.M. (Maurice) van den Dries  RB

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met drs. C.F.C.M. (Carla) Goossens RB, Belastingadviseur bij HLB Amsterdam in Amsterdam.

Stuur een e-mail of bel +31(0)6 15 00 57 78
drs. C.F.C.M. (Carla) Goossens RB

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met drs. Herwin Hadders, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.

Stuur een e-mail of bel + 31 (0)30 605 85 11
drs. Herwin Hadders

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met R. (Rob) Huisman, Senior Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00
R. (Rob) Huisman

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met R. (Rob) Huisman, Senior Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00
R. (Rob) Huisman