Fiscale eindejaarstips voor ondernemers in de inkomstenbelasting
Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? Het is bijna 2024. Welke acties moet u nog voor het eind van dit jaar ondernemen. En wat moet u uitstellen tot volgend jaar om fiscale voordelen te benutten? We hebben voor u een selectie gemaakt van de actuele fiscale tips, lees hieronder verder.
Wat kunt u als ondernemer fiscaal dit jaar nog regelen? Een aantal aangekondigde veranderingen vraagt om goede planning.
In de Fiscale Eindejaarstips hebben wij zo veel mogelijk rekening gehouden met de belastingplannen van het (demissionaire) kabinet voor volgend jaar. Ook de moties en amendementen die de Tweede Kamer pal voor het reces aannam, zijn erin verwerkt.
Let op!
Een aantal plannen van het kabinet is nog niet definitief. Deze moeten nog door de (Tweede en) Eerste Kamer worden goedgekeurd. Welke dat zijn, kunnen wij u uiteraard vertellen. Ook worden nog steeds nieuwe plannen bekendgemaakt of worden huidige plannen aangepast. Daarom overleggen wij graag met u of het verstandig is wel of geen stappen te zetten. En zo ja, welke!
Wij zetten hieronder 6 belangrijke fiscale eindejaarstips voor ondernemers in de inkomstenbelasting uiteen:
1. Optimaliseer uw (kleinschaligheids) investerings-aftrek (KIA)
Als u investeert, heeft u als ondernemer in beginsel en onder voorwaarden recht op de investeringsaftrek voor kleinschalige investeringen. Het moet gaan om investeringsgoederen waarop u moet afschrijven. Investeert u in 2023 in totaal dus minstens voor € 2.601 aan bedrijfsmiddelen die ieder minstens € 450 kosten, dan heeft u recht op de KIA.
Tip! Een voorgenomen investering iets vervroegen, zodat u toch voor de KIA in aanmerking komt, kan zomaar 28% KIA opleveren over het totaal aan investeringsverplichtingen.
Belangrijk zijn: het moment van het aangaan van investeringsverplichtingen (opdrachtbevestiging, ondertekening offerte e.d.), in combinatie met de tabel van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek. Het percentage aan aftrek is in 2023 het hoogst als het totaal aan verplichtingen ligt tussen € 2.600 en € 63.716 (namelijk: 28%). Tussen € 63.716 en € 117.991 is de KIA een vast bedrag: € 17.841. Het plannen en – voor zover mogelijk – het spreiden van investeringsverplichtingen loont vaak de moeite.
Het bedrijfsmiddel moet in 2023 in gebruik genomen zijn of er moet voldoende zijn aanbetaald, om de investeringsaftrek ook daadwerkelijk in de aangifte inkomstenbelasting 2023 mee te mogen nemen. Het kan aantrekkelijk zijn nog in 2023 een aanbetaling te doen, echter afgezet tegen de risico’s, zoals de kans op faillissement van de leverancier. Betaal in ieder geval 25% van een nog niet in gebruik genomen investering binnen twaalf maanden na het aangaan van de verplichting tot aankoop van het bedrijfsmiddel. Anders komt de hele investeringsaftrek te vervallen (tenzij sprake is van overmacht).
Heeft u in de afgelopen vijf jaar (dus in de periode tussen 2019 en 2023) gebruikgemaakt van de investeringsaftrek en verkoopt u het bedrijfsmiddel weer of ruilt u het in, dan krijgt u mogelijk te maken met de desinvesteringsbijtelling, waardoor u een gedeelte van de aftrek weer moet terugbetalen. Houd hier rekening mee en wacht – indien mogelijk – met de desinvestering tot in 2024.
Bedrijfsmiddelen met een investeringsbedrag van minder dan € 450 zijn uitgesloten, maar ook bijvoorbeeld goodwill, grond, woonhuizen en personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer. Ook uitgesloten zijn de investeringen die u voor 70% of meer verhuurt.
2. Vorm een herinvesteringsreserve (HIR) voor een verkocht bedrijfsmiddel
Heeft u een bedrijfsmiddel verkocht en daarbij een boekwinst behaald, dan kunt u de belastingheffing over de boekwinst uitstellen door een herinvesteringsreserve (HIR) te vormen. Voorwaarde is dat u een herinvesteringsvoornemen heeft en ook houdt, en van plan bent te investeren voor minimaal hetzelfde bedrag als de verkoopprijs. U kunt de HIR maximaal drie jaar na het jaar waarin u het bedrijfsmiddel heeft verkocht, in stand houden. Investeert u binnen deze termijn in een ander bedrijfsmiddel, dan boekt u de HIR af op de aanschafprijs van het nieuwe bedrijfsmiddel.
Met name het genoemde herinvesteringsvoornemen is van belang. Dit voornemen moet op de balansdatum bestaan. U kunt dit aannemelijk maken door bijvoorbeeld offertes op te vragen en advies in te winnen over een vervangend bedrijfsmiddel. Laat u zich hierover goed informeren en adviseren.
Let op!
Het vormen van een herinvesteringsreserve is niet altijd voordelig. Stel bijvoorbeeld dat uw verwachte jaarwinst vanaf 2024 belast wordt tegen het toptarief van 49,5%, terwijl uw winst in 2023 belast wordt tegen een lager tarief. En stel dat u de HIR vanaf 2024 in vijf jaar afschrijft op een nieuw bedrijfsmiddel, dan schrijft u vanaf 2024 vijf jaar lang minder af en betaalt u meer belasting tegen een dan geldend hoger tarief.
Laat de termijn voor in het verleden gevormde herinvesteringsreserves niet verlopen. Een HIR die u in 2020 gevormd heeft, moet u vóór 31 december 2023 benutten. Doet u dat niet, dan valt de HIR vrij en bent u belasting verschuldigd. Investeer daarom op tijd!
Hierop bestaan twee uitzonderingen: De eerste is als vanwege de aard van het bedrijfsmiddel meer tijd nodig is. De tweede uitzondering is van toepassing als er bijzondere omstandigheden zijn waardoor de aankoop is vertraagd. Er moet in dat geval wel op zijn minst een begin van uitvoering met de aankoop zijn gemaakt. Ook zult u de vertragende factoren desgewenst aannemelijk moeten maken.
3. Voorkom verliesverdamping
Beoordeel of uw verlies in box 1 uit het verleden nog tijdig kan worden verrekend. Uw verlies in box 1 in de inkomstenbelasting kunt u verrekenen met positieve inkomsten in box 1 uit de drie voorafgaande jaren en de negen volgende jaren. Dreigt uw verlies uit het verleden verloren te gaan vanwege het verlopen van de termijn? Beoordeel dan of er mogelijkheden zijn om uw winst dit jaar te verhogen. U kunt bijvoorbeeld bepaalde uitgaven uitstellen of omzetten eerder realiseren. Een in januari geplande verkoop van een bedrijfsmiddel met boekwinst wordt dan wellicht in december extra aantrekkelijk. Ook kunt u de afschrijving van in 2023 geïnvesteerde bedrijfsmiddelen verminderen via de regeling van de willekeurige afschrijving. Overleg met uw adviseur over de mogelijkheden.
4. Willekeurig afschrijven
In 2023 mag er op nieuwe bedrijfsmiddelen eenmalig maximaal 50% van de aanschaffings- en/of voortbrengingskosten willekeurig worden afgeschreven. Deze regeling geldt voor zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting. Met deze regeling kan er een liquiditeitsvoordeel en soms een belastingvoordeel behaald worden.
Er gelden de volgende voorwaarden:
- -U moet voor het bedrijfsmiddel in het kalenderjaar 2023 investeringsverplichtingen zijn aangegaan
- -of het moet in 2023 zijn voortgebracht,
- -en u moet het in gebruik nemen vóór 1 januari 2026.
- -gebouwen
- -schepen
- -vliegtuigen
- -bromfietsen en motoren
- -personenauto’s niet bestemd voor beroepsvervoer, tenzij deze een CO2-uitstoot van 0 hebben
- -bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk zijn bestemd voor verhuur
Willekeurige afschrijving is mogelijk zodra in verband van de aankoop of verbetering van het bedrijfsmiddel verplichtingen zijn aangegaan of met betrekking tot het bedrijfsmiddel voortbrengingskosten zijn gemaakt. Mocht u in 2023 een investeringsverplichting zijn aangegaan, maar het bedrijfsmiddel nog niet in gebruik hebben genomen, dan mag u maximaal afschrijven over het bedrag dat u in 2023 betaald heeft. Een aantal bedrijfsmiddelen komt niet in aanmerking voor de regeling, onder andere:
Het totaal aan afschrijvingen over de levensduur van het bedrijfsmiddel verandert niet, maar wordt deels naar voren gehaald. Het restant van de boekwaarde van het bedrijfsmiddel wordt, na het willekeurig afschrijven, op de reguliere wijze afgeschreven. Stel dat er in 2023 50% van de aanschaffings- en/of voortbrengingskosten willekeurig wordt afgeschreven. Dit betekent dat het restant van 50% op de reguliere wijze over de jaren 2023 tot en met 2027 afgeschreven wordt bij een economische levensduur van 5 jaar. Het toepassen van deze regeling kán voordelig zijn, maar dat is niet altijd het geval. Heeft u vragen over de toepassing van deze regeling in uw situatie dan horen wij dat graag.
5. Bijtelling delen met uw partner?
Werkt uw partner mee in uw onderneming en valt hij of zij in een lagere belastingschijf? Dan kan het voordelig zijn de bijtelling voor de auto te delen met uw partner. U betaalt dan samen wellicht minder belasting. Valt uw inkomen in de hoogste schijf (49,5%) en dat van uw partner in schijf 1 (36,93% in 2023), dan behaalt u een tariefvoordeel. De gezamenlijk te betalen belasting wordt echter ook beïnvloed door de heffingskortingen. Het toedelen van een deel van de bijtelling aan uw partner kan tot hogere, maar ook tot lagere heffingskortingen leiden. De bijtelling verdelen is met name voordelig als uw partner een inkomen heeft tot ongeveer € 22.000. Bereken daarom vooraf of een verdeling van de bijtelling het gewenste voordeel oplevert.
Een verdeling is fiscaal aanvaardbaar als aannemelijk is dat uw partner de auto ook gebruikt voor de werkzaamheden in het bedrijf en privé. De verdeling moet naar rato van het onderlinge gebruik.
6. Profiteer nog van de bedrijfsopvolgingsregeling
De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR) zijn belangrijke faciliteiten bij het schenken of erven van een (familie)bedrijf. De BOR/DSR kent een forse vrijstelling van te betalen belasting, op voorwaarde dat het bedrijf wordt voortgezet. De BOR wordt vanaf 2025 gewijzigd, maar een onderdeel daarvan wordt echter al per 1 januari 2024 ingevoerd. Dit betreft het aanmerken van verhuurd vastgoed als belegging. In veel gevallen is dat nu ook al zo, maar door deze wijziging zal dit vanaf 2024 per definitie het geval zijn. Deze wijziging geldt overigens ook voor de doorschuifregeling inzake een aanmerkelijk belang. In onze Prinsjesdag special gingen we al uitgebreid in op de BOR en de aanstaande veranderingen. Wilt u dit nog eens nalezen, gebruik dan deze link.
Ook is een aantal wijzigingen per 2025 en per 2026 aangekondigd voor de BOR en/of DSR. Het lage percentage van de vrijstelling goingconcernwaarde van de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) wordt per 1 januari 2025 verlaagd van 83% naar 75%. In het wetsvoorstel was eerder een verlaging naar 70% voorgesteld. Met ingang van 1 januari 2025 vervalt de voorwaarde van ‘ten minste 0,5%’ voor situaties waarin de verkrijger een bloed- of aanverwant in de neergaande lijn is van een rechtsvoorganger die een indirect aanmerkelijk belang hield in dat andere lichaam. Van de regelingen die in 2026 in werking moeten treden, zijn de exacte voorwaarden nog niet bekend.
Tip! Overweegt u uw bedrijf op korte termijn te schenken en wilt u daarbij gebruikmaken van de BOR of DSR, bekijk dan of het – gelet op bovengenoemde wijzigingen – aantrekkelijk is dit nog in 2023 of 2024 te laten plaatsvinden of juist te wachten tot 2025. Onze adviseurs denken graag met u mee.
Disclaimer
Bij de samenstelling van de Eindejaarstips 2023 is naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd. Onze organisatie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met drs. Taco Holwerda, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met mr. E. (Bert) Nannen, Vennoot / Fiscalist bij HLB Nannen in Groningen.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)50 526 65 33Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met HLB Witlox Van den Boomen, Algemene contactgegevens bij HLB Witlox Van den Boomen in Waalre.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)402 21 58 05Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met HLB Witlox Van den Boomen, Algemene contactgegevens bij HLB Witlox Van den Boomen in Waalre.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)402 21 58 05Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met J.M. (Hans) Barneveld AA, Partner bij HLB Amsterdam in Amsterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)6 52 41 02 94Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met drs. Taco Holwerda, Partner bij HLB Blömer in Nieuwegein.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met P.H.P.J. (Pascal) Scheerder, Partner / Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00Heeft u nog vragen?
Neem direct contact op met P.H.P.J. (Pascal) Scheerder, Partner / Belastingadviseur bij HLB Den Hartog in Rotterdam.
Stuur een e-mail of bel +31 (0)10 278 11 00