Delen
Wetsvoorstel heffing bij excessief lenen van de eigen vennootschap voor de directeur-aandeelhouder (dga) gepubliceerd | HLB Blömer
Menu
Actueel

Wetsvoorstel heffing bij excessief lenen van de eigen vennootschap voor de directeur-aandeelhouder (dga) gepubliceerd

Gepubliceerd op

Op 17 juni jl. is het wetsvoorstel excessief lenen van de eigen B.V. aan de Tweede Kamer aangeboden.
Het wetsvoorstel bevat een maatregel voor een heffing voor dga’s op schulden bij de eigen BV, als die schulden in totaal méér dan € 500.000 bedragen.

Wetsvoorstel heffing bij excessief lenen van de eigen vennootschap voor de directeur-aandeelhouder (dga) gepubliceerd

De maatregel zal per 1 januari 2023 ingaan, de oorspronkelijke ingangsdatum van 1 januari 2022 is dus met één jaar uitgesteld.

Doel van het wetsvoorstel is het bovenmatig lenen bij de eigen BV tegen te gaan en hiermee belastinguitstel en -afstel in de toekomst te voorkomen. Bovenmatig betekent een totaal aan leningen van meer dan € 500.000.

Voor wie geldt de maatregel? 

De maatregel geldt voor alle aanmerkelijkbelanghouders (ab-houders). Er is sprake van een ab-houder als een persoon een aandelenbezit van 5% of meer in een aandelenvennootschap heeft. De leningen van een ab-houder en zijn fiscale partner worden samengeteld. Als de ab-houder een schuld heeft bij verschillende Bv’s waarin hij een aanmerkelijk belang heeft, worden de leningen bij elkaar opgeteld.

Heffing bij totaal aan leningen boven € 500.000 

Indien het totaal bedrag aan leningen bij een eigen B.V. op 31 december 2023 méér bedraagt dan €500.000, wordt dit meerdere in 2023 in Box 2 belast bij de ab-houder en zijn fiscale partner. Het tarief in Box 2 bedraagt vanaf 2021 26,9%. De heffing wordt in principe jaarlijks toegepast, maar een bedrag dat in een jaar al is belast wordt niet in het daaropvolgende jaar nógmaals belast.

Indien een B.V. ook leningen heeft verstrekt aan familieleden van de ab-houder in de rechte lijn (bijvoorbeeld kinderen of ouders), die zelf geen aanmerkelijk belang in de BV hebben, worden deze leningen, voorover deze hoger zijn dan €500.000 (maximum per persoon), ook meegeteld bij de schulden van de ab-houder.

Alle schulden met uitzondering van een lening voor de eigen woning

Alle soorten schulden vallen onder de maatregel, dus naast rekening-courantschulden ook de schulden voor de financiering van effecten en vastgoed in privé.

Uitzondering: leningen voor de eigen woning tellen niet mee. Voor leningen verstrekt na 1 januari 2023 geldt dat de BV in die situatie wel een hypotheekrecht op de woning moet hebben. Deze voorwaarde geldt niet voor leningen verstrekt voor 1 januari 2023.

Aanpassingen op conceptwetsvoorstel, geen dubbele heffing meer

Op het vorig jaar gepubliceerde conceptwetsvoorstel was veel commentaar, met name op het punt van de  dubbele heffing die eruit voortvloeide. Dit punt is aangepast. Het uitgangspunt is nu dat de aanmerkelijkbelanghouder slechts éénmaal inkomstenbelasting betaalt over het bovenmatig van de BV geleende geld.

Aandachtspunt voor de aanmerkelijk belanghouders

De beoogde ingangsdatum is 1 januari 2023 en het eerste toetsmoment is op 31 december 2023. Een aanmerkelijk belanghouder moet daarom tijdig hierop voorsorteren en bekijken welke mogelijkheden er zijn om een te hoge schuldpositie af te bouwen. 

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met drs. Hans Kouters, Belastingadviseur (oud partner) bij HLB Blömer in Nieuwegein.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11
drs. Hans Kouters