Delen
Gebruikelijkloonregeling: bestuurder STAK houdt aanmerkelijk belang ondanks ontbreken direct aandeelhouderschap | HLB Blömer
Menu
Actueel

Gebruikelijkloonregeling: bestuurder STAK houdt aanmerkelijk belang ondanks ontbreken direct aandeelhouderschap

Gepubliceerd op

De rechtbank Gelderland oordeelt dat de bestuurder van een stichting administratiekantoor (‘STAK’), ondanks ontbreken van direct aandeelhoudersbelang in de onderliggende vennootschap(pen), tóch de zogeheten ‘gebruikelijkloonregeling’ moet toepassen. Doorslaggevend voor de vaststelling van het indirecte aanmerkelijk belang is het criterium ‘beschikken over het vermogen als ware het zijn eigen vermogen’, op grond waarvan het vermogen van de stichting aan deze bestuurder moest worden toegerekend. Een relevante uitspraak voor stichtingsbestuurders met veel zeggenschap.

Gebruikelijkloonregeling: bestuurder STAK houdt aanmerkelijk belang ondanks ontbreken direct aandeelhouderschap

Uitspraak rechtbank Gelderland

In een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland (ECLI:NL:RBGEL:2025:1563) stond de vraag centraal of de gebruikelijkloonregeling ook van toepassing kan zijn op een bestuurder van een STAK die zelf geen direct aandeelhoudersbelang heeft in de onderliggende vennootschap(pen). 

De feiten en omstandigheden

De bestuurder in deze casus is de enig bestuurder van de STAK. De STAK hield alle aandelen in een besloten vennootschap en heeft ter zake van die aandelen certificaten uitgegeven aan derden (economisch gerechtigd tot dividenden, etc.). De bestuurder van de STAK was ook enig bestuurder van de besloten vennootschap en onderdeel van het bestuur van haar deelnemingen. In deze casus is niet in geschil dat de bestuurder werkzaamheden verrichtte voor de deelnemingen van de besloten vennootschap. De stichtingsbestuurder hield geen aandelen of certificaten op grond waarvan hij een (direct) aanmerkelijk belang had in deze vennootschappen.

Gebruikelijkloonregeling

De gebruikelijkloonregeling in de Wet op de Loonbelasting 1964 bepaalt dat een werknemer die arbeid verricht voor een entiteit waarin hij een (indirect) aanmerkelijk belang heeft, een gebruikelijk loon moet ontvangen.

Centrale vraag in deze uitspraak is of er sprake is van een indirect aanmerkelijk belang en daarmee een gebruikelijk loon geldt voor de werkzaamheden van de bestuurder.

Oordeel van de rechtbank

De rechtbank is van oordeel dat de bestuurder van de STAK kon beschikken over het vermogen van de STAK als ware het zijn eigen vermogen en dat derhalve sprake is van een indirect aanmerkelijk belang. Relevant hierbij is dat de bestuurder in diverse hoedanigheden, op grond van de statuten van de betrokken entiteiten, bepalende invloed kon uitoefenen op het vermogen van de STAK. Hij kon namelijk:

  • als enig bestuurder van de STAK de aandelen die de STAK hield vrijelijk overdragen aan anderen dan de certificaathouders, waaronder aan zichzelf. Daarmee kon de hij op elk gewenst moment een einde maken aan de gerechtigdheid van de certificaathouders;
  • als enig bestuurder van de besloten vennootschap, waarin de STAK alle aandelen hield, mede bepalen over dividenduitkeringen naar de STAK;
  • de STAK als enig aandeelhouder van de besloten vennootschap vertegenwoordigen, ook als tussen hemzelf en de STAK een tegenstrijdig belang bestond.

Het is belangrijk op te merken dat de STAK, naast de aandelen in de besloten vennootschap, geen andere noemenswaardige bezittingen had.

Met het vaststellen van een indirect aanmerkelijk belang was, in deze casus, ook de gebruikelijkloonregeling van toepassing op de honorering die de bestuurder genoot.

Uitkomst en conclusie

In min of meer vergelijkbare situaties waarin u een functie vervult als bestuurder van een STAK, relatief veel zeggenschap heeft en/of een beloning geniet voor uw werkzaamheden, kan het raadzaam zijn om de interne regelgeving van de betrokken entiteiten en hun onderlinge werking te bezien. Hierin blijkt immers een risico te kunnen schuilen op het onderkennen van een indirect aanmerkelijk belang.

Een indirect aanmerkelijk belang kan overigens vaak worden voorkomen, bijvoorbeeld door (de bevoegdheden in de) statuten aan te passen of praktisch altijd gezamenlijk met anderen bestuursfuncties te vervullen; zodoende kan geen bepalende invloed worden uitgeoefend op het vermogen.

Gezien onze ervaring met de wijze waarop bij veel stichtingen administratiekantoor (STAK’s) aandacht uitgaat naar hun governance, toepassing van fiscale regelgeving, alsmede ook de introductie van de nieuwe ‘Wet transparantie en tegengaan ondermijning door maatschappelijke organisaties’ (naar verwachting per 1 januari 2026), doen stichtingsbestuurders er goed aan om de posities nog eens kritisch te bezien.

Indien u naar aanleiding van deze bijdrage vragen heeft, dan kunt u ons uiteraard bereiken. Wij denken graag met u mee.

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met Matthijs Meijberg, Junior Belastingadviseur bij HLB Blömer in Nieuwegein.

Stuur een e-mail of bel + 31 (0)30 605 85 11
Matthijs Meijberg

Heeft u nog vragen?

Neem direct contact op met mr. Jos van Bavel, Fiscalist | Partner (associate) bij HLB Blömer in Nieuwegein.

Stuur een e-mail of bel +31 (0)30 605 85 11
mr. Jos van Bavel